Tuintje op de stoep
Een geveltuin is een klein tuintje tegen de gevel van een woning of ander gebouw, aan de straatkant. Een geveltuintje kan gemaakt worden door een strook bestrating weg te halen of door potten of bakken te plaatsen.
Heb jij geen voortuin bij jouw huis? Kijk dan of (en hoe) je een geveltuin aan kunt leggen. Misschien zie je naast jouw schuur of voor je winkel liever groen dan stenen? Let op, winkels in de monumentale winkelstraten en horeca met terrassen mogen geen geveltuinen aanleggen. Twijfel je of het bij jou kan? Neem dan contact op met Groenverbinder.
Geveltuinen brengen kleur en natuur in de straat en maken de sfeer groener en vrolijker. Dieren, zoals vlinders en bijen, voelen zich er thuis. En kinderen vinden het vaak leuk om in zo'n klein tuintje te helpen.
De goede plek
Geveltuintjes zijn een mooie manier om te vergroenen in straten waar de huizen geen voortuin hebben. Je ziet ze veel in het oude centrum, maar geveltuinen kunnen op veel meer plekken in Zutphen en Warnsveld.
Een geveltuin aanleggen
Hieronder lees je hoe je een geveltuin aanlegt en waar je rekening mee moet houden.
Stap 1: is een geveltuin bij jouw huis mogelijk?
Kijk eerst of er genoeg ruimte is voor een geveltuin
Het tuintje mag vanaf de gevel maximaal 60 cm breed zijn. Blijft er nog 1,20 meter ruimte over tot de stoeprand? Dan is er genoeg ruimte.
Kan je de verharding weghalen?
Om een geveltuintje aan te leggen, moet je de straatstenen kunnen verwijderen. Kan dit niet omdat ze te groot zijn of omdat er bijvoorbeeld asfalt ligt? Dan kan je misschien met bakken of potten werken die je op de straat zet.
Heb je toestemming (nodig)?
Ben je niet zelf de eigenaar van de woning? Vraag de verhuurder dan of het goed is dat je een geveltuintje aanlegt. Bij een vereniging van eigenaren is het aan te raden je plan voor te leggen aan de andere bewoners. Het is sowieso fijn om even bij je buren aan te kondigen dat je een geveltuintje wilt maken.
Liggen er kabels en leidingen?
Er kunnen kabels en leidingen in de grond liggen. Hier heb je meestal geen last van. Maar je mag ze niet beschadigen en het kan zijn dat de gemeente of een bedrijf bij werkzaamheden bij de kabels moet kunnen. Zij mogen je tuintje dan verwijderen of erin graven. Misschien worden je planten dan beschadigd.
Afwatering niet verstoren
Geveltuinen, potten of bakken mogen de afwatering naar goten niet verstoren.
Wat wil je gaan planten?
Bomen en struiken die op den duur een boom worden zijn niet toegestaan.
Stap 2: neem contact op
Ga je een geveltuin aanleggen? De Groenverbinder hoort graag even over je plan, dus neem contact op. Ze kan je misschien ook nog tips geven. Bijvoorbeeld over de juiste plek, kabels en leidingen of beplanting.
Stap 3: je geveltuin aanleggen
Bedenk voordat je begint welke planten je in je tuintje wil plaatsen. Je kunt ze in een tuincentrum of online kopen, maar je kunt misschien ook stekjes krijgen van vrienden of buren. Er zijn ook weggeefgroepen op Facebook en Marktplaats.
Onderaan deze pagina staan lijsten met geschikte planten.
Tegels verwijderen
Verwijder een rij tegels of enkele rijen klinkers. Het tuintje mag vanaf de gevel maximaal 60 cm breed worden (de breedte van 2 stoeptegels).
Uitgraven
Schep voorzichtig het straatzand uit. De geveltuin moet minimaal 30 cm diep zijn om planten goed te laten groeien. Graaf niet dieper dan 45 cm, om geen kabels en leidingen te beschadigen. Je bent namelijk zelf verantwoordelijk voor schade. Het zand moet je zelf afvoeren. Of je kunt het misschien weggeven, of gebruiken in de achtertuin. Met de verwijderde tegels of klinkers kan je bijvoorbeeld een verhoogde bak stapelen.
Rand maken
Maak een ‘opsluitrand’. Die zorgt ervoor dat de stoeptegels niet wegzakken. Je maakt de rand door de tegels of klinkers die je verwijderd hebt, rechtop langs de rand van je vak te zetten. Je kunt ook een betonnen opsluitrand gebruiken. Of een rand van metaal, zoals CorTenstaal. De rand kan het beste een paar centimeter boven de stoeptegels uitsteken.
Overgebleven tegels bewaar je bijvoorbeeld in je achtertuin, of je brengt ze naar het afvalpunt. Heb je geen vervoer? Schakel dan de vrijwilligers van Klimaattuin in.
Aarde erin
Vul de geveltuin met een laag tuinaarde (zwarte grond). Meng de aarde onderin voorzichtig met de onderliggende grond. Vul je geveltuin met tuinaarde tot dezelfde hoogte als de stoep. Druk de grond af en toe even aan. Zitten er roosters voor ventilatie in de muur? Let erop dat die open blijven.
Planten erin
De planten kunnen de grond in! Haal je plant uit de pot en maak een plantgat. Giet water in het gat. Zet de plant zó in de grond dat de bovenkant van de kluit gelijk is met de grond in je geveltuin. Druk de aarde rondom de plant licht aan.
Stap 4: verzorgen en genieten
Een geveltuin droogt snel uit, omdat er zo dicht bij de muur vaak geen regenwater valt. Voel dus regelmatig of de aarde nog vochtig is en geef zeker het eerste jaar regelmatig water.
Kies liefst vaste planten voor je geveltuin: deze komen elk jaar vanzelf terug dus je hoeft niet elk jaar nieuwe plantjes te kopen. Ze kunnen tegen een stootje!
Na een jaar of twee is de grond in je geveltuin misschien wat minder voedzaam. Je kunt dan bemesten met compost of koemestkorrels.
Goed om te weten
Als jouw (klim)planten goed gaan groeien, kan het gebeuren dat bijvoorbeeld straatnaamborden niet meer goed leesbaar zijn. Snoei de planten dan op tijd bij. Ook als de planten over de stoep heen groeien en de doorgang moeilijk maken.
De grond blijft eigendom van de gemeente. Je tuintje ligt ‘op’ straat. We vinden het daarom belangrijk dat je het tuintje goed onderhoud. De gemeente mag verwaarloosde tuintjes of tuintjes die schade aanbrengen aan bijvoorbeeld bestrating, verwijderen.
Lees meer over de spelregels op Zutphen.nl
Welke planten?
Hieronder kan je twee lijsten downloaden met daarin geschikte planten voor jouw tuin - voor zon of halfschaduw.
En heb je weleens gedacht aan klimplanten?
De strook van 60 cm waar je planten in kunt zetten is vrij smal. Wil je meer effect? Met klimplanten kan je nog meer groen krijgen: in de hoogte.
Er zijn klimplanten die zich aan de muur vasthechten, zoals Klimop of Wingerd. Wil je dat niet, dan kan je klimplanten kiezen die zich ergens omheen slingeren. Je hebt dan wel een rek nodig, of draden, waar de plant zich omheen draait.
Sommigen groeien nogal hard, zoals Bruidssluier of de prachtige Blauwe Regen. Maar je kunt ook bescheiden slingerplanten nemen, zoals Clematis of Kamperfoelie. En wie kent niet de Klimroos? Die moet je ook aan iets bevestigen: een rek of een paar ringen in de muur. Je leidt hem dan plat tegen de muur en zorgt dat de takken niet naar voren groeien.
Klimplanten brengen veel extra kleur en geur in je straat!